Vissen

Sportvissen is het vangen van vissen zonder dat er professioneel aspect maar alleen voor het genot of om de competitie aan te gaan met andere sportvissers. De competities zijn gemaakt voor zowel jeugd als volwassenen. Iedereen die lid is van een hengelsportvereniging mag meedoen met deze wedstrijd. Vaak zijn er nog wel kleine prijzen in het spel, zoals visspullen of kleine geldbedragen die kunnen besteed worden bij een hengelsportvereniging. Het sportvissen kan ervaren worden als een echte hobby of gewoon af en toe.

Wat gebruik ik bij vissen of wat ben ik nodig?

Aas is een stuk voer voor de vis, of iets dat er voor de vis eetbaar uitziet en waarop hij af komt. Het lokaas of lokvoer wordt gebruikt om de vis in de buurt van het haak aas te krijgen en ook te houden.  Meestal bestaat het uit een basis van paneermeel met allerlei speciale toevoegingen. Vroeger mocht er ook gewoon gevist worden met levende gewervelde dieren zoals bijvoorbeeld om een roofvis mee te kunnen vangen. Dit is echter verboden geworden in Nederland en Duitsland. In belgie mag dit nog wel alleen als het aas visje voldoet aan bepaalde voorwaarden. Het is dan wel weer toegestaan om met wormen, maden of kreeftjes te gaan vissen. En om roofvissen te kunnen vangen heb je ook altijd nog kunstaas zoals: twister, plug, blinker, pilker, spinner, lepel en een shad. Dit kun je gebruiken bij het vissen op bijvoorbeeld snoek of snoekbaars.

Een dobber bestaat ui teen drijflichaam van balsa, lichte kunststof of kurk en een boven- en onder antenne van kunststof, staal of hout. De dobber zit aan de vislijn vast gemaakt. Want hieraan kan de visser zien of een vis in het aas heeft gebeten. Als de dobber ondergaat of wegdrijf betekent dat de vis het aas heeft opgegeten en nu aan de haak kan hangen dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Als de visser daarna een snelle en gecontroleerde beweging maakt en de hengel de haak zet, dat wordt ook wel aanslaan genoemd, kan de vis binnen worden gehaald.

De dobber wordt ook gebruikt om het aas op een bepaalde diepte aan te bieden. Om zo weinig mogelijk weerstand te veroorzaken moet de dobber worden ‘uitgeloot’ (uitloten is in evenwicht gebracht door kleine loodkorrels aan de lijn eronder te bevestigen) totdat alleen een stukje van de antenne nog zichtbaar is. Er zijn allerlei verdelingen van het lood mogelijk, maar belangrijk is het dat het lood niet al te dicht bij het aas zit, zodat het aas zich zo natuurlijk mogelijk gedraagt. De dobber kan ook worden gebruikt voor het bepalen van de diepte van het water. Voor het peilen van het water hoe diep het is gebruikt men peilloodjes. Deze zijn makkelijk te moteren en eraf te halen.